Wat zijn de beloften van de God van Israël toch bijzonder. In Ezechiël 36 vinden we beloften voor de bergen van Israël. Het is Ezechiël die moet profeteren tegen de bergen van Israël.
Het is hier van belang te beseffen dat het gaat om Judea en Samaria, want dat zijn de bergen van Israël, met Jeruzalem in het midden! Het is ook van belang dat God hier spreekt met woede en hartstocht (in Mijn na-ijver en in Mijn grimmigheid). De reden hiervan is dat de bergen van Israël de smaad van de heidenvolken hebben gedragen! (vers 6)
Want volgens vers 2 en 3 hadden de heidenvolken gezegd dat de bergen van Israël van hun waren en ze aasden op dit gebied. Is dit niet precies wat er nu gebeurd? De “verenigde natiën” schreeuwen om het hardst dat de bergen van Israël; Judea & Samaria, het hartland van God, niet bij Israël hoort. Als er over wordt gesproken wordt het gebied aangeduid met “de bezette westelijke Jordaan oever”. Er wordt ook altijd kwaad over gesproken, er worden leugens verspreid, precies zoals vers 3 eindigt! Er lijkt geen uitweg meer te zijn…
En wat profeteert Ezechiël dan? God zal het lot omkeren: de bomen zullen uitlopen en vrucht dragen voor het volk Israël, Zijn volk! (vers 8) EN als het land weer vruchtbaar wordt dan zal God zich weer naar Zijn volk toewenden en het land weer laten bewerken en bezaaien (Vers 9). Iedereen die in de bergen van Israël is geweest, die weet het: Dit gebeurd nu, in onze tijd! De pioniers bewerken en bezaaien het land! Heerlijke wijnen, fantastische olijfolie en nog veel meer wordt geproduceerd in het Hartland van God. Precies zoals Hij heeft voorzegt. Dan blijkt er dus wel een uitweg te zijn, dwars door al het negatieve nieuws heen! Die uitweg is God zelf!
Maar Ezechiël is nog niet klaar met profeteren over de bergen van Israël! Het gaat verder, het wordt nog mooier. Vanaf vers 10 blijkt dat God de bergen gaat laten bewonen door heel veel mensen en dieren! Het land wordt weer van hun, het erfelijk bezit. Er zal geen smaad meer zijn. God gaat dit niet zomaar doen, maar Hij gaat dit doen om Zijn Heilige Naam te heiligen. Daarom krijgt Israël een nieuw hart en een nieuwe geest. Daarom reinigt God zelf Zijn volk met rein water. Alles om Zijn grote Naam.
Dan zal het land weer worden als de hof van Eden (vers 35) en de heidenvolken zullen dan weten dat de God van Israël de HEER is!
Vanuit hoofdstuk 34 weten we ook wie dit alles gaat bewerkstelligen: Mijn Knecht David zal Vorst zijn in hun midden. De vredevorst, de Messias! In dit hoofdstuk lezen we ook dat er regens van zegen zullen zijn, rond de heuvel van God!
Wat een rijke beloften en troost! Wij bidden en hopen dat de Messias spoedig komt om Zijn volk bijeen te brengen en vrede te geven.