De commandant van de Binyamin-brigade van het Israëlische leger (IDF) verklaarde dat het leger een toename van het “volksterreurisme” waarneemt.
Het Israëlische leger heeft in de nacht van maandag op dinsdag antiterreurrazzia’s uitgevoerd in Samaria, nadat Palestijnse terroristen daar herhaaldelijk aanslagen hadden gepleegd, zo maakte het leger dinsdagmiddag bekend. In een reeks operaties in samenwerking met de Israëlische veiligheidsdienst (Shin Bet) en de Israëlische grenspolitie voerden IDF-soldaten razzia’s uit in de omgeving van Jenin, een broedplaats van Palestijns terrorisme, aldus de verklaring van het leger. Tijdens de operatie werd de grenspolitie naar Qabatiya gestuurd, ten zuiden van Jenin, om een vermoedelijke terrorist te arresteren. Volgens de verklaring openden gewapende mannen in het gebouw waar de gezochte Palestijn zich verschool het vuur op de soldaten.
De officieren pasten het zogenoemde “Pressure Cooker”-protocol toe, waarbij een gezochte terrorist met versterkt vuur wordt gedwongen het gebouw te verlaten. Daarbij werd de verdachte, samen met twee andere terroristen, gedood. Bij hen werden drie M16-geweren en andere uitrusting aangetroffen. Het leger identificeerde de hoofdverdachte als Raed Hanaysha en verklaarde dat de gedode Arabische terrorist eerder wegens terroristische activiteiten in een Israëlische gevangenis had gezeten en betrokken was bij schietaanvallen en bomaanslagen op veiligheidsdiensten.
De Palestijnse Autoriteit omschreef de gedode terroristen als “jonge mannen” en noemde onder de slachtoffers van de “grootschalige militaire aanval” in Qabatiya de 25-jarige Anwar Nidal Saba’neh en de 32-jarige Adnan Suleiman Tazaza’a. De door Iran gesteunde terreurgroep Islamitische Jihad bevestigde later in een verklaring dat de drie mannen leden van de organisatie waren. Volgens de autoriteiten werden dinsdag vier andere Palestijnen gewond door Israëlisch vuur in het kamp van Jenin. De operatie was volgens bronnen in Ramallah nog gaande.
“De bliksem slaat altijd twee keer in”
Op dinsdag openden politieagenten bij het Shuafat-kruispunt ten noordoosten van Jeruzalem het vuur op een verdachte. Volgens berichten zagen de agenten de man een tas in de buurt van het controlepunt verstoppen voordat hij te voet een rijstrook voor auto’s betrad. Ondanks herhaalde oproepen om te stoppen, bleef de verdachte richting het controlepunt lopen. De agenten schoten op zijn onderlichaam en schakelden hem uit. De verdachte werd met matige verwondingen afgevoerd voor medische behandeling.
De commandant van de in Zuid-Samaria gestationeerde Binyamin-brigade van het Israëlische leger vertelde dinsdag aan nieuwszender Arutz 7 dat het leger een toename van “volksterreurisme” constateert, waaronder aanvallen met stenen en molotovcocktails. “Dit is terrorisme in de ware zin van het woord,” zei de commandant, die alleen bekend staat onder het Hebreeuwse acroniem “Tsade”. Hij voegde daaraan toe: “Het enige verschil is dat deze terroristen gebruik maken van eenvoudige middelen die weinig inspanning vergen, maar net zo dodelijk kunnen zijn als een pistool of een machinegeweer.” De commandant vervolgde: “Als een terrorist een schietaanval wil plannen, moet hij contact opnemen met een wapenhandelaar en een aanzienlijk bedrag regelen, waardoor wij hem kunnen traceren voordat hij de aanval uitvoert. Maar als een terrorist een openbare aanval plant, hoeft hij alleen maar een steen op te rapen en te gooien. Dat is bijna onmogelijk om vooraf te voorspellen.”
De IDF-commandant verklaarde dat het Israëlische leger “statistische analyses en historische onderzoeken van de sector” uitvoert om aanslagen te voorspellen en merkte op dat “in een sector zoals Judea en Samaria de bliksem altijd twee keer inslaat.” Op maandag verijdelden soldaten van het Israëlische leger een poging tot een auto-aanrijding buiten het Arabische dorp At-Tuwani in de zuidelijke Hebron-heuvels in Judea. De IDF-soldaten bleven ongedeerd.
Op 13 november raakten twee Israëli’s lichtgewond bij een aanrijding met een voertuig buiten het Arabische dorp Deir Qaddis, nabij Modi’in in de regio Binyamin in West-Samaria. Volgens berichten vond de aanval plaats bij het Hashmonaim-kruispunt, dicht bij Modi’in Illit, de grootste Israëlische stad in Judea en Samaria. Een dag eerder probeerde een Palestijnse terrorist IDF-soldaten buiten de Arabische stad Deir Sharaf, nabij Nablus in Centraal-Samaria, neer te steken. Er werden geen gewonden gemeld.
Op 11 november raakten twee Israëlische soldaten licht tot matig gewond bij een auto-aanval bij een militaire controlepost bij Bethlehem in Judea. Twee terroristen vluchtten van de plaats delict, maar gaven zich later over aan de Israëlische veiligheidsdiensten na een klopjacht. Op 6 november raakten twee Israëli’s lichtgewond bij een gecombineerde aanrijding en steekaanval bij een bushalte nabij de stad Shiloh in Zuid-Samaria. De terrorist werd ter plaatse gedood door een gewapende burger.
In de eerste zes maanden van 2024 werden in Judea en Samaria gemiddeld meer dan 500 Arabische terreuraanvallen per maand geregistreerd, volgens gegevens gepubliceerd door Hatzalah Judea en Samaria (Redders zonder Grenzen). In deze periode registreerden de hulpverleners 3.272 terreuraanslagen in de regio, waaronder 1.868 aanvallen met stenen, 456 aanvallen met molotovcocktails, 299 explosievenaanslagen en 109 schietaanvallen. Tussen januari en juli vermoordden terroristen in Judea en Samaria 14 mensen en verwondden meer dan 155 anderen.
[Bron: Israel Today]